Quantcast
Channel: Nederland onderwijs – Ravotr
Viewing all articles
Browse latest Browse all 20

Zitten blijven als kleuter: wie bedenkt zoiets abjects?

$
0
0

dinsdag 13 september 2016

Kleuters blijven te vaak zitten op de basisschool, vindt staatssecretaris Dekker. Kunnen kleuters dan óók al zittenblijven dan? Ja, helaas heeft één of ander genie bedacht dat zoiets kan. Ik vind het helemaal niet kunnen, het deugt helemaal niet. Maar eerst, bij wijze van inleiding, een inleiding.

Eén van de meest verfoeilijke instellingen van de moderne, productie- en winstgerichte maatschappij is de school. Het is een plek waar kinderen een groot deel van het jaar vijf dagen in de week worden opgesloten, vanaf hun kleutertijd tot ver in hun pubertijd. Tijdens hun opsluiting leren ze van alles, niet omdat ze dat willen,. Niet omdat het goed voor ze is, maar omdat het ze tot aangepaste en productieve onderdelen van de maatschappij maakt. Het onderwijs levert geen vrije mensen af. Het onderwijs levert productieve werkkrachten af, keurig stemmende staatsburgers, enigszins kritische, maar daardoor des te kooplustiger, consumenten die weliswaar kritisch zijn maar vooral koopgraag. Een ding doen scholen niet, hoezeer de betere docenten dat ook proberen, hoezeer liefdevolle ouders daar ook op hopen: mensen als mensen vormen, als vrije, creatieve en empathische wezens die we in beginsel allemaal zijn.

Dat er nog niet al te beschadigde en vervormde persoonlijkheden de school weten te doorstaan en te boven te komen, is een eerbetoon aan jonge opgroeiende mensen zelf die met waarlijk heroïsche volharding acht, twaalf, soms zestien jaar ernstige vrijheidsbeperking weten te doorstaan. Niet aan het instituut dat ze hebben weten de overleven en doorstaan. Zeggen dat de school kinderen goed doet omdat veel kinderen nog best een beetje geluk weten te vinden, is zoiets als zeggend at kindermishandeling kinderen goed doet omdat sommige mensen zulke mishandeling hebben weten te overleven en er niet helemaal aan onderdoor zijn gegaan.

Dat ligt niet aan de docenten, in het algemeen zorgzame, betrokken en hardwerkende mensen. Het ligt niet aan de ambtenaren van het ministerie van onderwijs, die ook maar doen wat in hun taakomschrijving ligt en waarvan ze denken dat het goed is. Het ligt niet aan ouders, die hun kinderen naar schol sturen in het vaste geloof dat het goed is voor hun kinderen. Het ligt zelfs niet aan de politici, aan ministers en staatssecretarissen, die enorme budgetten uitgeven aan al dat funeste verplichte onderwijs. Het ligt niet aan de bedrijven die boeken en leermaterialen leveren, al is voor hun winstgevendheid, en niet educatie, het kernmotief voor hun betrokkenheid.

Het echte probleem ligt dieper. Er is sprake van wat de Amerikaanse maatschapijcriticus Paul Goodman in de jaren zestig van de twintigste eeuw aanduidde als een massaal bijgeloof: het geloof dat schools en verplicht, door en door gestandaardiseerd en gereglementeerd onderwijs de beste manier is om opgroeiende mensen vor te bereiden op een plek in de maatschappij. Hij liet destijds al zien hoe onjuist deze veronderstelling vanuit die kinderen bezien eigenlijk was. Men leze er zijn werkje ‘Compulsory Miseducation’ maar eens rustig op na. Alleen de titel zegt al waar het op neerkomt.

Maar zelfs het woord ‘bijgeloof’ gaat nog niet diep genoeg, want het is geeneens zomaar bijgeloof. Kinderen vormen, er productieve werkkrachten, koopgrage consumenten, loyale staatsburgers van maken is voor de vrije, persoonlijke ontwikkeling van die kinderen een ramp. Gezien vanuit een maatschappij die drijft op winstbejag en die dus zowel mensen nodig heeft die spullen maken als mensen die de gemaakte spullen kopen, is het vormen van consumenten en werkkrachten echter buitengewoon nuttig. En waar die maatschappij wil dat mensen zich voegen en het gezag als legitiem aanvaarden – zodat ze zich aan de regels houden ook zonder politieknuppels – is de vorming van staatsburgers – onderdanen met bepaalde rechten zodat het niet te zeer opvalt dat ze gewoon onderdanen zijn – heel functioneel. Al die dingen doen scholen best redelijk. Het scholsysteem vervult dus de functie die dat systeem heeft. Het is die functie zelf die niet deugt.

Natuurlijk gaat het bij een aantal kinderen niet helemaal soepel. Voor zulke kinderen zijn er instellingen waar de docent met diens beperkte bewakingstaak vervangen is door gewapende bewakers, of door medisch personeel in witte jassen, medicijnen a en andere wapens paraat. Gevangenis en psychiatrische inrichting vangen de opgroeiende mensen op waarmee de school te weinig resultaat mee weet te boeken. Alle drie zijn het instellingen waarmee het systeem mensen in n het gareel brengt om er des te beter gebruik van te kunnen maken. Zo onmenselijk als dat systeem zelf is, zo onmenselijk is ook de logica die de school oplegt aan de kinderen, hoe goed al die zorgende, onderwijzende, opvangende en faciliterende mensen die in het bestel werken het ook allemaal bedoelen.

Nu wordt veel van de bruutheid die aan het schoolsysteem ten grondslag ligt, heden ten dage wat subtieler uitgeoefend dan zestig jaar terug. Docenten hebben geen bevoegdheid meer om kinderen ter slaan. Iets van de openlijke schoolsheid is omgebouwd, het onderwijs is in haar uitvoering minder eenrichtingsverkeer dan vroeger, de luisterende, hooguit vragen beantwoordende klas verandert nu en dan in een pratende kring.. Maar het doel is hetzelfde gebleven: mensen vormen die zich productief weten te voegen in de bestaande orde. De nadruk op zelfontplooiing en participatie betekent dat kinderen niet langer geacht worden blind te gehoorzamen. Kinderen worden geacht hun rol zelf te willen. Niet alleen houdt Big Brother de leerling in de gaten, de leerling moet vooral ook leren om van Big Brother te houden. Externe discipline wordt ogenschijnlijk vervangen door innerlijke motivatie. Maar die motivatie is niet autonoom tot stand gekomen, maar geconditioneerd. En voor wie niet meedoet, is op de achtergrond de discipline ook niet verdwenen.

Kinderen mogen meedoen, jazeker. Kinderen mogen echter het meedoen niet weigeren. De negentiende eeuwse schol was openlijk autoritair. De eenentwintigste school is, in aanleg en tendens althans, subtiel totalitair. Het is de juniorversie van de participatiemaatschappij. Gelukkig zijn kinderen weerbarstige dwarsliggers, gelukkig zijn docenten en ouders, ondanks hun rol, ook vaak empathische betrokkenen en soms zelfs medeplichtig aan de dwarsliggende jeugd. Maar dat zijn kwaliteiten van betrokken mensen, niet van het systeem waarin zij een rol spelen.

Zo, dat was een wat lang uitgevallen aanloop voor een enkele opmerking over een actueel berichtje. Het bericht betrof het feit dat het aantal zittenblijvende kleuters niet wil dalen, terwijl onder iets oudere kinderen het terugdringen van zulke vertraging in de schoolcarrière wel lukt. “Kleuters blijven relatief veel zitten op basisschool”,  in de woorden van Nu.nl. De Volkskrant: kwam met “Staatssecretaris Dekker uit zorgen over zittenblijvende kleuters”. In het algemeen daalt het aantal zittenblijvers. Maar in de eerste twee jaren basisschool is daar geen sprake van. “Jaarlijks blijft ongeveer één op de tien kleuters zitten in groep 2. In totaal ging het om ongeveer 18.000 leerlingen, die groep 2 afgelopen scholjaar overdeden.” De staatssecretaris vind het maar niks. Kunnen kinderen dan tenminste niet halverwege het jaar alsnog doorstromen of zo?

Ik werd van het bericht tamelijk boos. Ik wist eerlijk gezegd niet eens dat kinderen op die leeftijd ook al bedreigd konden worden met zittenblijven. Is zoiets erg dan? Jazeker. Een kind zit in een groep een klas. Daar is het een beetje aan gewend, en dat is al ‘uitdaging’genoeg. Daar heeft het kind met wat geluk vriendinnetjes en vriendjes gevonden. Blijft het kind zitten, dan verdwijnen die moeizaam ontwikkelde persoonlijke banden, en kan het kind zo ’n beetje opnieuw beginnen. Dat lukt vaak wel, maar het is een verdrietige, ontwrichtende breuk. Alleen al om die reden zou zittenblijven dienen te worden afgeschaft..

De tweede reden waarom zittenblijven akelig is heeft te maken met de rol v an dat zittenblijven: kennelijk voldoet het kind niet aan de eisen. Al die andere kinderen kennelijk wel, want die gaan wel over. Het kind heeft gefaald in wat het geacht werd te doen, te bereiken, namelijk voldoende ‘niveau’. Wat hier mis is, is echter niet de prestatie van het kind. Wat hier weerzinwekkend mis aan is, dat is die eis om te presteren, om een ‘niveau’ te behalen om de straf van het zittenblijven en het bijbehorende gevoel gefaald te hebben, te voorkomen. Dit is echter hoe het systeem mensen drilt en motiveert: wie niet voldoende haar/ zijn best doet, wie niet voldoende presteert, die krijgt een sanctie, een straf. Op de werkplek heet die straf ‘ontslag’ of ‘misgelopen promotie’. De voorloper van zo ń misgelopen promotie heet ‘zittenblijven’. En daar maken vijfjarigen dus al kennis mee. Je kunt aan de trauma’s en verwondingen van het arbeidsproces immers niet vroeg genoeg wennen, nietwaar?

Echt leren? Dat gebeurt niet op deze manier. Fietsen leer je niet uit angst dat je afgaat als je niet kunt fietsen. Niet alleen angst, maar vooral ook schaamte is een hele slechte leermeester. Fietsen leer je door het fietsen zèlf de moeite waard te vinden – nuttig om je te verplaatsen, gewoon leuk om te doen. Dán doe je je best: voor jezelf, voor je plezier Het feit dat een ander kind het misschien sneller leert dan jij, is totaal irrelevant. Het feit dat je op een bepaalde leeftijd nog niet hetzelfde ‘niveau’ hebt bereikt met fietsen als andere leeftijdgenoten, is totaal irrelevant. Het enige dat telt is, jij, je fiets en je zelf verworven vaardigheid om dat ding te berijden. Engels leer je omdat je je verstaanbaar wil maken in landen waar ze nu eenmaal geen Nederlands spreken, of om die boeken te lezen die je belangwekkend vindt, of om de liedjes van je favoriete Amerikaanse artiest beter te leren begrijpen. Hoe het met de vaardigheid van je leeftijdgenoten staat, dat hoort er niets toe te doen. Leren is oprechte interesse plus inzet plus ondersteuning waar nodig van degenen die al weten hoe het werkt. Leren is geen hordelopen uit angst voor afgang en met het verlies van je vriendinnetjes en vriendjes als gevolg als je over de horde struikelt. Leren onder dit soort dwang is een subtiele manier van wat er gebeurt tijdens het trainen van soldaten: leren rennen met zware bepakking, opgejaagd door een brullende sergeant. Wie denkt dat Stanley Kubrick met zijn film Full Metal jacket alléén maar de Vietnam-oorlog op de hak nam, doet er goed aan de film nog eens te bekijken.

Precies dit leren-als-hordeloop, als wedstrijd, is hart en ziel van het schoolse onderwijs. Dat is ook logisch. Mensen moeten, via tests en cijfermatige beoordeling, in het meest geschikte vakje gestopt te worden, vanwaar dan een vervolgopleiding en uiteindelijk een productieve loopbaan volgt – of gevangenis, inrichting of bijstand als afvalbak voor wie de wedloop niet weet te doorstaan. Zittenblijven is onderdeel van de daartoe ontwikkelde procedures. Het is één van de methodes om kinderen te schiften, te drillen, te normeren, te rubriceren en er al doende functionerende hulpstukken van te maken. Dit systeem heeft dit soort methodes nodig.

Nee zeggen tegen zittenblijven-als-procedure is nee zeggen tegen een onderliggende logica die in dat zich in dat zittenblijfsysteem manifesteert. Het is daarmee een revolutionair, en daarom des te noodzakelijker nee. We horen het zittenblijven te behandelen zoals we het slaan van leerlingen door docenten behandelen: als iets dat een inbreuk op de waardigheid van kinderen is, en dat daarom onmiddellijk en volledig dient te verdwijnen.

Peter Storm


Viewing all articles
Browse latest Browse all 20

Latest Images

Trending Articles


10-11-2015 Guillaume Wouter van Weele 68j te Bergen NH


BAEB Fr. olieverf op paneel


Te koop: Elhorsterweg 5, Zenderen


Te koop: Coebelweg 87, Leiden


Te koop: Brabantse Turfmarkt 27, Delft


Aan weerszijden steken afkanten voor de armsgaten


Aankoop Chrono24 annuleren


Timewave DSP-599zx


‘Nipplegate’ voor Marieke Elsinga


Ode Aan…| Afl. 8 – Noortje Herlaar





Latest Images